Als mensen dingen zeggen als ‘corona is juist een káns’ en ‘je moet kijken naar wat er wèl is’, dan roept dat bij mij dubbele gevoelens op. Aan de ene kant denk ik ‘wat mooi, zo is het eigenlijk ook’. Aan de andere kant komt er een klein beetje kots naar boven.
Soms wou ik dat ik dit soort dingen ook gewoon kon zeggen zonder dat kleine beetje kots. Maar ik ben bang dat ik dat niveau nooit ga bereiken.