Vandaag zag ik op Nu.nl een kop staan: ‘5 dingen die je moet weten over Sporting-Dortmund’. Dit vond ik een merkwaardige kop, temeer ik geen idee had waar dit over zou kunnen gaan. Wie of wat is Sporting-Dortmund? En hoe kan het zijn dat er vijf dingen zijn die ik daarover zou móéten weten? Het intrigeerde me, dus ik klikte erop.
In eerste instantie werd ik lichtelijk teleurgesteld: het waren toch niet echt dingen die ik zou moeten weten. Het ging prima met me voordat ik wist dat Sporting en Dortmund twee voetbalclubs zijn die vanavond een belangrijke wedstrijd tegen elkaar spelen (ding 1). En dat er vier Nederlanders bij Sporting spelen (ding 2). En dat de Nederlandse spits Bas Dost bij Sporting het plezier in het voetbal weer heeft teruggevonden, nadat hij bij Wolfsburg jarenlang pendelde tussen bank en basis (ding 3). Aha! Bij ding 3 werd toch ineens mijn interesse gewekt. Niet vanwege de fascinerende inhoud, maar vanwege de uitdrukking ‘pendelen tussen bank en basis’. Wie pendelt er tegenwoordig nou nog? Ja, mensen die naar een festival in Spaarnwoude moeten, die pendelen. Maar dat gaat meestal ook gepaard met de nodige pendelbusjes en dienstregelingen. Maar Bas Dost pendelde zelf, jaren lang, tussen bank en basis. Bij Wolfsburg. Fascinerend vind ik het.
Ik had nog nooit eerder gehoord over de mogelijkheid van pendelen tussen bank en basis, maar ik denk wel dat ik deze uitdrukking vanaf nu vaker ga gebruiken. “Gottegot, de kerstdagen komen er weer aan; dat wordt weer lekker een weekje pendelen tussen bank en basis.” Of “Tja, forenzen, wat kan ik er over zeggen? Het blijft toch pendelen tussen bank en basis.”